Driedubbel jubileum voor Haags drummonument
Cesar Zuiderwijk

'Met drumstellen is het bij mij net als met vrouwen; Ik ben zo monogaam als de pest. Misschien dat Cesar Zuiderwijk daarom al dertig jaar trouw is aan Pearl-drums en al veertig jaar op Zildjian bekkens speelt. Zulderwijks trouw beperkt zich overigens niet tot vrouwen, want hij speelt ook alweer 35 jaar onafgebroken met de mannen van Golden Earring. En loyaliteit wordt beloond, want dit jaar kreeg hij tijdens de Muzlkantendag in de Melkweg namens muziekcollega's een Duiveltje uitgereikt als Beste Drummer van Nederland. Dat kan Zuiderwijk gerust opvatten als een oeuvreprijs. Dit najaar start hij met zijn eigen theatershow Slagdroom. In een absurdistische en humoristische show laat hij zien wie de mens achter drummer Cesar Zuiderwijk nu eigenlijk is.
door Jean-Paul Heck

Op 57-jarige leeftijd zou het Haagse drummonument het rustiger aan mogen doen, maar niets wijst erop dat hij dat van plan is. Als Zuiderwijk het bezoek ontvangt in zijn fraaie vakantiehuis in de omgeving van het Brabantse Baarle Nassau, laat hij meteen weten dat zijn hoofd overloopt van de nieuwe ideeën. Ik kreeg net een telefoontje dat het drumstel waarop ik de originele versie van Radar Love heb ingespeeld, hij iemand op zolder is gevonden. Ik ben het jaren kwijt geweest. het enige wat ik wist, is dat ik een bassdrum had verloren tijdens een spelletje backgammon. Ik stond iets van vijftienhonderd gulden op verlies, en mijn tegenstander riep toen dat hij 'die trommel daar' wel leuk vond. Die vent liep om vier uur 's ochtends met die basdrum over straat. Ach, als je jong bent, doe je daar niet aan. Daarnaast is een drumstel voor mij altijd een stuk gereedschap geweest. Als er iets kapot is, ben ik in de gelegenheid om een geheel nieuw drumstel te krijgen, in plaats van hem te gaan repareren. Dat scheelt.
Het verhaal van Cesar Zuiderwijk is klassiek. Hij begon op de welbekende augurkenblikken. 'Mijn eerste echte drumkit was een oude 'Trixon met een rond bassdrumvel. lk had toen al besloten om de beste drummer ter wereld te worden. Dat was trouwens een emotioneel moment. Mijn vader was net overleden, en ik stond in de kamer. Daar luisterde ik naar de Beatles en de Stones en besefte dat ik ook zo wilde zijn. Dat 'beste drummer ter wereld' klinkt misschien arrogant, maar Rintje Ritsma en Johan Cruijff hebben waarschijnlijk ook zo met schaatsen en voetbalschoenen rond hun nek in de kamer gestaan. Uiteindelijk is het natuurlijk allemaal onzin, maar het was wel een enorme drijfveer om je best te doen.'
Vrachtwagen
De Beatles-drummer was ook Zuiderwijks voorbeeld toen hij naar de winkel ging om een vervanging te zoeken voor zijn Trixon-kitje. 'Ik kocht een blauwe parelmoer Ludwig, zoals Ringo had. Dat was in die tijd gewoon zo. Iedereen is onderhevig aan dat soort invloeden, ook ik. Die Ludwig was toch meer een rock 'n' roll-drumstel dan bijvoorbeeld een Gretsch of een Premier, en in die tijd was er gewoon niet zoveel keuze. Je lette er toch vooral op of het er te gek uitzag. Bij Livin' Blues heb ik altijd op die Ludwig gespeeld. Toen ik bij de Golden Earring kwam, ben ik overgestapt op Westend, omdat die bassdrums op maat konden maken; 26 inch of 28 inch, het maakte hen allemaal niets uit.
Ik liet die Westend in eerste instantie rood spuiten, maar ik bleef wel mijn Ludwig toms in combinatie met die nieuwe kit gebruiken. Later heb ik het nog zelf bekleed met koper. Vervolgens kreeg ik een aanbieding van het merk Fibes, dat van die plexiglas drumstellen maakte. Ik mocht van de importeur naar de tabriek om zelf uit te zoeken wat ik wilde hebben, en daar zijn ze toch wel de fout mee ingegaan. Ik ben met een heel grote vrachtwagen naar die loods gereden en heb gewoon twee drumstellen ingeladen. Prachtig was dat.'
Zuiderwijk speelt inmiddels alweer dertig jaar op een Pearl drumstel, en zoals het er nu naar uitziet, zal hij dat ook altijd blijven doen. 'Ik heb helemaal geen zin om te veranderen wat goed is. Als een auto drie seconden harder gaat, hoef ik die ook niet meteen te hebben. Ik heb graag iets dat ik al jaren ken en dat voor mij betrouwbaar is. Nieuwe snufjes trokken mij altijd wel aan. Toen er elektronische drums kwamen, integreerde ik dat meteen in de muziek van de Earring. Ik heb zelfs nog twee kastjes staan die ik nog heb gebruikt voor de song When The Lady Smiles. Als ie die dingen aanzet, hoor je een geruis van jewelste. Het lijkt mij trouwens een goed idee om die te gebruiken in Slagdroom.'
Kaasschaaf
Zuiderwijk heeft bepaald niet alleen in Nederland indruk gemaakt als rockdrummer. Vooral na het wereldwijde succes van Radar Love kwam hij in contact mei de groten der aarde. 'Ik ben nooit specifiek voor het drummen gegaan, maar ik heb wel altijd het respect van collega's gekregen. Ik weet nog dat wij ooit een week met Santana in Madison Square Garden in New York speelden. Ndugu Leon Chandler speelde daar toen mee. Als wij Radar Love inzetten, dan zaten hij en de hele Santana-band achter het gordijn die partij mee te trommelen.
'Ndugu was een fantastische drummer, maar echt omver gespeeld ben ik alleen door Keith Moon. Hij is gewoon de beste die ik ooit van dichtbij heb gezien. Die man wist op zijn goede momenten onnavolgbaar iedereen weg te blazen. Bovendien was Keith een echte persoonlijkheid; een man waarvan je als jonge gozer zei: dat wil ik ook! Ik wilde ook nooit op de achtergrond raken. Het gaat er bij mij niet in dat bij een rockshow alles om de frontman draait. Een drummer moet zowel muzikaal als showtechnisch net zo belangrijk zijn als de zanger of de gitarist.
'Drummen is voor mij vanaf het begin altijd iets heel fysieks geweest. k hou van bewegen en veel spelen. Ik ben bijvoorbeeld heel anders dan mijn vriend Rob Kloet (van The Nits; red.). Die zegt altijd: "Cesar, ik hoef maar één goede tik per avond te spelen, maar dan wel zo'n tik waarvan iedereen zegt: oohhh!" Dan zeg ik: dat is prima Rob, good luck, maar ik speel er liever tienduizend per avond.'
Het staat voor Zuiderwijk als een paal boven water dat niet alleen zijn drumcapaciteiten hem tot de beroemde drummer hebben gemaakt die hij al 35 jaar is. 'Bij Livin' Blues was ik al heel aardig op weg, maar ik wist dat het nog niet helemaal perfect was. Pas toen Rinus (Gerritsen, bassist van Golden Earring; red.) zijn Ford Mustang voor de deur parkeerde en onderaan de trap stond, wist ik: nu gaat het gebeuren.
En zo geschiedde. Zuiderwijk was de juiste man op de juiste plaats en de vonk sloeg dan ook meteen over. 'Voor mijn eerste plaat met de Golden Earring (Golden Earring; uit 1970, in de volksmond ook The Wall of Dolls genoemd; red.) repeteerden wij zonder drums, maar met bongo's in de garage van George Kooijmans. Ik heb die plaat uiteindelijk ingespeeld op die rode Westend-Ludwigcombinatie. Het eerste optreden was op een festival in het Duitse Aken, waar dertigduizend mensen aanwezig waren. George had die ochtend met een kaasschaaf de toppen van zijn vingers afgesneden. Maar toch explodeerde het zootje vanaf de eerste seconde. Ik dacht: verdomme, dit is te gek, ik hen thuis.'
Ademloos
In de jaren daarop ontwikkelde de Golden Earringdrummer zijn knotsgekke podiumpresentatie met als hoogtepunt de 'dodensprong' over zijn eigen drumstel. Zuiderwijk blikt terug in de oude doos. 'Twee jaar na mijn debuut tourden wij met The Who door Europa. We speelden in het Rainbow Theatre in Londen, en achter mij stond een bak met allemaal wit poeder. Ik vermoedde al dat het ding tijdens het optreden zou exploderen. Puur instinctief ben ik net voor die explosie over het drumstel gesprongen. Kort daarna heb ik een stang op mijn bassdrum laten bevestigen, zodat ik mij beter kon afzetten. Keith Moon wilde het meteen imiteren, maar die zakte door zijn drumstel.
'Keith was in zijn hoogtijdagen onverslaanbaar. Tijdens het spelen had hij een koptelefoon op die was aangesloten op een Marshall versterker, en je zat te wachten op de meest gruwelijke en rare breaks. De ene avond kwamen ze, de andere avond weer niet, maar hij Moon gebeurde er altijd wat.
Iemand als Dave Weckl zegt mij bijvoorbeeld weinig. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, en hij zal zonder meer een van de beste drummers zijn, maar mij doet het helemaal niets. Dat betekent natuurlijk ook weer niet dat ik per definitie jets heb tegen technische drummers. Zo ging ik vroeger altijd naar die nachtconcerten in het Amsterdamse Concert-gebouw. Dan speelde bijvoorbeeld Lenny White, en op de eerste rijen zaten echt alleen maar drummers naar zijn klopper te kijken. Naar hem kon ik ademloos luisteren, en naar iemand als Dennis Chambers natuurlijk ook.
'De eerste keer dat ik Dennis op een drumbeurs ontmoette, zei hij meteen: 'Ik ben begonnen met drummen nadat ik jou met de Golden Earring Radar Love zag spelen bij TM. Midnight Special (muziekprogramma op Amerikaanse tv tussen 1972 en 1981; red.) " Daar was ik toen wel even stil van.'
Autodidact
Al die jaren speelde Zuiderwijk naast Pearl op de bekkens van Zildjian. Een keuze die volgens hem altijd de meest logische is geweest. 'Toen ik begon, speelden mensen als Charlie Watts, Ringo Sta«, Max Roach en Buddy Rich allemaal op dat merk. Waarom wist je niet, maar het moest blijkbaar gewoon. Nu kan ik die theatertour in het najaar doen, omdat ik veertig jaar op Zildijan speel. Zo kunnen dingen lopen.
Ik vind het contact met collegadrummers geweldig, maar we praten nooit over drumkits of cymhals. Als Terry Bozzio in Nederland is, gaan we altijd ergens eten en hebben we het over de kinderen en andere privézaken. Dan komt echt niet ter sprake waarom hij bijvoorbeeld voor DW heeft gekozen.
Ik ben ook nooit een echte studiodrummer geweest die met drie bassdrums en een tas vol verschillende vellen de studio in stapt. Ik heb vreselijke bewondering voor mensen als Ton Dijkman en Hans Eijkenaar, maar ik zou het niet kunnen. Geluid heeft mij nooit echt geïnteresseerd. Een goed voorbeeld voor mij was Phil Collins. Die speelde op enorme trommels zonder ondervellen die werkelijk verschrikkelijk plat klonken, maar die sound deed niks af aan zijn succes. Gewoon omdat hij een perfecte partij drumde en mooi kon zingen, en natuurlijk omdat de songs goed waren. Je moet een ding niet vergeten: je doet het niet voor drummers, maar voor het grote publiek. En die weten er echt niks van, hoor. Ik luister sowieso liever naar de zang dan naar de drums als ik oude opnamen van de Earring hoor.'
Zuiderwijk is een typische autodidact, iemand die met vallen en opstaan het vak heelt geleerd. Ik heb het mezelf allemaal aangeleerd, en daar wordt een mens absoluut niet slechter van. Ik heb er in ieder geval van geprofiteerd. Als autodidact maak je natuurlijk elke fout die je kunt maken. Zodoende kun je tegen leerlingen altijd zeggen: wat ik kan, kun jij ook leren.'
Mijlpaal
'Dat had ik ook toen k voor het eerst Jim Chapin ontmoette. Hij is de enige die mij ooit écht iets heeft geleerd. Door Jim kan ik nu vol intentie spelen, zonder kracht te zetten. Hij kwam pas nog langs. Jim gaat dan gewoon mee als we met de Earring spelen. Dan zit hij naast mij en geniet als een gek. Jim kan alles spelen, en dat is geweldig. Het is ook het leukst als je als drummer het ene moment Jim Keltner kunt zijn en dan weer Keith Moon.
Ik leef ook nog steeds voor die verrassende momenten in de muziek. Op dit moment speelt tijdens optredens saxofonist Bertus Borgers regelmatig met de Earring mee. Er zit een nummer bij waar ik vier tellen recht vooruit speel, dan volgt er een break, en opeens is daar de warmte van de sax van Bertus. Dan heb ik echt zo'n gevoel van: aaah... Geweldig, daar doe ik het voor!'
Zuiderwijk is ondertussen bezig met het theater-spektakel Slagdroom, dat vanaf september de Nederlandse en Belgische theaters zal aandoen. De laatste maanden tolt zijn hoofd van de verse ideeën. 'k heb gelukkig genoeg bagage om met iets aardigs voor de dag te komen, maar ik ga niet als een of andere cabaretier lollig proberen te doen op het podium. Het blijft natuurlijk wel prachtig om voor een groot publiek het woord 'paradiddle' te laten vallen.'
Maar niet alleen de theatershow houdt Zuiderwijk bezig. Ook drumtechnisch blijft de rockveteraan letterlijk in beweging. Ik ben de laatste jaren als een soort kruisvaarder bezig het spelen het de linkerhand op de hihat te propageren. Geloof je niet dat het lekker klinkt? Probeer het maar uit. En het geeft een enorme ruimte voor je rechterhand. Ik vind het heerlijk om daarmee te experimenteren, maar dan wel zo dat niemand het hoort. Tot voor kort hoefde ik dat tijdens een concert niet te proberen; dan draaide George zich meteen om. Nu niet meer. Ik speel soms zelfs de bassdrumpartij met mijn linkervoet. Als dan niemand van de band omkijkt, voel ik me net een kleine jongen die weer een mijlpaal heeft bereikt.'
SLAGWERKKRANT 134
JULI - AUG. 2006